Les 1Uitgebreide anamnese voor rhinitis (timing, triggers, impact op slaap/school, medicatie-anamnese, comorbiditeiten)Dit onderdeel schetst een gestructureerde anamnese voor rhinitis, met nadruk op begin, timing, triggers, symptoompatroon, impact op slaap en school of werk, eerdere en huidige medicatie, respons op therapie, comorbide atopie en familie- en omgevingscontext.
Karakteriseren van neus- en oogsymptoompatronenSeizoensgebondenheid, duur en dagelijkse variabiliteitIdentificeren van omgevings- en beroepsgerelateerde triggersBeoordelen van slaap-, school- en werkbeperkingenMedicatiegebruik, respons en bijwerkingenComorbide astma, eczeem en familieanamneseLes 2Eerstelijns- en aanvullende behandelingen (intranasale corticosteroïden, orale/IN antihistaminica, intranasale antihistamine, zoutspoeling)Dit onderdeel behandelt farmacologische management, met nadruk op intranasale corticosteroïden als eerstelijnsbehandeling, gepast gebruik van orale en intranasale antihistaminica, leukotriene-modulatoren, zoutspoeling en stapsgewijze aanvullende strategieën op basis van symptoomcontrole.
Intranasale corticosteroïden: keuze en doseringOrale versus intranasale antihistaminegebruikRol van leukotriene-receptorantagonistenZoutspoelingstechnieken en voordelenDecongestiva en anticholinerge spraysStapsgewijze escalatie- en de-escalatieplannenLes 3Immunopathologie van allergische rhinitis (IgE-gemedieerde mechanismen, seizoensgebonden vs perenne triggers)Dit onderdeel bespreekt IgE-gemedieerde paden in allergische rhinitis, contrasterend vroege en late fase-responsen, en legt uit hoe seizoensgebonden en perenne aero-allergenen symptomen, sensitisatiepatronen en chronische slijmvliesontsteking veroorzaken.
IgE-sensitisatie en mestcelactivatiecascadeVroege en late fase-inflammatoire responsenRol van eosinofielen, Th2-cellen en cytokinenSeizoensgebonden aero-allergenen en bestuivingspatronenPerenne binnenshuis allergenen en chronische blootstellingLink tussen immunopathologie en symptoomprofielenLes 4Differentiële diagnoses en alarmsignalen (niet-allergische rhinitis, chronische sinusitis, adenoid hypertrofie, structurele obstructie, ernstige oorzaken)Dit onderdeel bespreekt differentiële diagnoses van rhinitis, inclusief niet-allergische rhinitis, chronische rhinosinusitis, adenoid hypertrofie, structurele obstructie, medicatie-gerelateerde oorzaken en alarmsignalen die dringende beeldvorming of verwijzing naar specialisten vereisen.
Niet-allergische en vasomotorische rhinitis-patronenChronische rhinosinusitis en neuspoliepenAdenoid hypertrofie en mondademhalingSeptumdeviatie en andere structurele oorzakenMedicatie- en hormonale rhinitis-syndromenAlarmsignalen die wijzen op ernstige aandoeningenLes 5Immunotherapieprincipes en verwijzingsindicaties (sublinguaal vs subcutaan, patiëntselectie, veiligheid)Dit onderdeel legt immunotherapieprincipes, mechanismen en bewijs uit, vergelijkt subcutane en sublinguale routes, schetst indicaties en contra-indicaties, patiëntselectie, veiligheidsmonitoring en wanneer te verwijzen naar allergiespecialisten.
Immunologische basis en ziekte-modificatieBewijs van effectiviteit en verwachte tijdsverloopSCIT versus SLIT: voor- en nadelen, logistiekToelatingscriteria en belangrijke contra-indicatiesVeiligheidsprotocollen en anaphylaxis-voorbereidingWanneer en hoe verwijzen voor immunotherapieLes 6Allergieteststrategie voor rhinitis (indicaties voor huidpriktesten, specifiek IgE, neuscytologie, wanneer empirisch behandelen)Dit onderdeel bespreekt allergieteststrategieën, inclusief indicaties voor huidpriktesten en serum-specifiek IgE, interpretatievallenkuilen, neuscytologie en wanneer empirische behandeling zonder testen redelijk of voorkeur heeft in de praktijk.
Wanneer huidpriktesten aanvragenSerum-specifiek IgE: toepassingen en beperkingenSelecteren van relevante aero-allergeenpanelenBasis van neuscytologie en smearbevindingenInterpretatie van discordante test- en symptoomgegevensWanneer empirisch behandelen zonder testenLes 7Patiënteneducatie en langdurige follow-up (medicatieveiligheidszorgen, therapietrouwbegeleiding, afspraken plannen)Dit onderdeel behandelt patiënt- en mantelzorgereducatie, met realistische verwachtingen, medicatieveiligheid, apparaattechniek, therapietrouwstrategieën, geschreven actieplannen en geplande follow-up om controle te monitoren en therapie aan te passen.
Chronische aard en behandeldoelen uitleggenBegeleiding over intranasale steroïddeveiligheidCorrecte neusspraytechniek demonstrerenTherapietrouw verbeteren en zorgen aanpakkenGeschreven zelfmanagement- en actieplannenFollow-up-intervallen en controlemonitoringLes 8Omgevingscontrole en vermijdingsmaatregelen (pollenvermijdingstrategieën, thuisfiltratie, buitenshuis timing, huisdierblootstellingsbegeleiding)Dit onderdeel richt zich op praktische omgevingscontrole, inclusief pollenvermijding, binnenshuis allergeenreductie, filtratie- en ventilatiestrategieën, timing van buitenactiviteiten en op maat gemaakte begeleiding voor huishoudens met huisdieren en gemengde triggers.
Pollenvoorspellingen en buitenshuisactiviteiten plannenSlaapkamer- en beddengoedallergeenreductiestappenHEPA-filtratie en ventilatiebest practicesHuisstofmijt-, schimmel- en kakkerlakencontroleplannenHuisdierhuidschilfermitigatie en herplaatsingsbegeleidingBalans tussen vermijding en levenskwaliteitLes 9Gericht KNO- en algemeen lichamelijk onderzoek (neusmucosa, poliepen, conjunctivale tekenen, keel, oor, gelaatstrekken)Dit onderdeel beschrijft gericht KNO- en algemeen onderzoek bij rhinitis, inclusief inspectie van neusmucosa, turbinaten en septum, detectie van poliepen, conjunctivale en keelbevindingen, oor- en gelaatstrekken en documentatie van ernstmarkers.
Neusmucosa-kleur, oedeem en secretiesTurbinaten, septum en neustestpatentietestenHerkennen van neuspoliepen en massa'sOculaire en conjunctivale allergietekensOrofaryngeale, oor- en buis van Eustachius-bevindingenAllergisch gelaat en groeide of tandveranderingen